Geschiedenis & belangrijke data
Het bedrijvencentrum bevindt zich in het Wijnpaleis en Merchie-Pède. Ze vormen een verzameling van gebouwen van tussen het einde van de 19e eeuw en 1930. In die tijd werden ze gebruikt voor de verkoop van wijn en textiel. Daarom zijn ze het symbool geworden voor de handelsactiviteit van de wijk die in die tijd erg welvarend was.
1892
Ernest Catteau, eigenaar van de gebouwen Brias en Compagnie, beslist om zijn bedrijf te vestigen in de Huidevettersstraat in het hart van de bruisende Marollenwijk.
Hij koopt de gebouwen van de eerste moderne bakkerij uit die tijd en start er zijn bedrijf dat voornamelijk het hof voorziet van patisserie, wijn, likeur, chocolade, …
1900
De warenhuizen Merchie-Pède – opgericht door de gelijknamige familie – breiden uit rond de jaren 1900.
Als voorloper van de moderne supermarkt is het merk Merchie-Pède zeer baanbrekend in die tijd: de klant en de verkoper gaan elk hun eigen gang in een winkel die een aangename plek is geworden dankzij de prachtige tearoom op de eerste verdieping.
1914
De twee Wereldoorlogen geven de economische en commerciële dynamiek van de wijk een harde klap.
De warenhuizen Merchie-Pède krijgen het zwaar te verduren en proberen voornamelijk door de textielhandel het hoofd boven water te houden.
1934
De opslagplaatsen Brias en co worden omgedoopt tot “Wijnpaleis”.
In 1909 ontwerpt de architect F. Symons een voorgevel in art-nouveaustijl, versierd met beeldende sgraffito’s van grote, Europese wijncentra. De wijnhandel bloeit en groeit uit tot het Wijnpaleis, dé referentie voor de wijnverkoop in België.
1956
In 1956 vraagt “Merchie-Pède” zijn faillissement aan.
Nadat de ruimtes lange tijd hebben leeggestaan, worden ze in 1978 openbaar verkocht. Tot 1996 doen ze dienst als opslagplaats voor het Wijnpaleis. Daarna worden ze een tijdje door een kunstenaarscollectief gebruikt, waarna ze door het Brusselse OCMW opgekocht worden.
1996
Het Wijnpaleis staat leeg tot het Brusselse OCMW het overkoopt.
De activiteiten van de wijnhandel gaan in stijgende lijn: in 1970 worden er iets meer dan twee miljoen flessen verkocht, in 1987 maar liefst elf miljoen. In 1996 verhuizen de activiteiten naar een nieuw gebouw in de buurt van het kanaal van Brussel.
Les Ateliers des Tanneurs
Het Wijnpaleis en Merchie-Pède werden door de architect Christophe Gillis van het kantoor OZON Architecture cvba gerenoveerd tot een architecturaal geheel. Dankzij de uitgebreide renovatie kreeg dit deel van het gebouw drie extra bestemmingen: huisvesting, sociale en economische functies.
BEZOEK HET GEBOUWBelangrijke cijfers
Ce vaste complexe de plus de 9000m² attire un vaste public très varié
5.300m² sont réservés à l’hébergement d’entreprises:.
Les 52 entreprises présentes génèrent près de 300 emplois,.
Les halles événementielles et salles de réunion ont accueilli près de 10.000 personnes en 2016.
Le marché bio attire à lui seul, plus de 7.000 visiteurs par semaine.
Le restaurant La Cantine est également un pôle d’attraction tous les midis
Renovatie
1996-2005 : le site reprend vie
Du lancement des travaux à la réalisation du projet
En 1996 Le CPAS de Bruxelles rachète le Palais du Vin et les bâtiments voisins, les anciens magasins Merchie-Pède.
La rénovation de ce complexe fait l’objet d’un concours architectural en 1998, remporté par le bureau d’architecture Gillis-Ozon.
En mars 2001: Le gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale décide de classer les façades et les éléments architecturaux les plus remarquables du complexe.
Fin 2002: Les travaux démarreront officiellement. Cet important projet se déroule en deux phases, la rénovation de l’ancien Palais du Vin, d’abord, pour y accueillir le centre d’entreprises des Ateliers des Tanneurs; ensuite la rénovation des anciens grands magasins Merchie-Pède, constitués de commerces au rez-de chaussée, de logements aux étages, des lieux de production et des salles polyvalentes dans les anciennes halles.
Patrimoine historique et besoins contemporains
La réorganisation générale du bâtiment se devait de respecter la richesse patrimoniale tout en l’adaptant aux contraintes d’utilisation des futurs occupants.
Les auteurs du projet ont veillé à respecter au mieux les qualités spatiales des bâtiments historiques et leur charge symbolique. Le projet architectural, dès sa proposition initiale, lors du concours architectural en 1998, a ainsi développé quatre options génératrices:
Mise en valeur du patrimoine industriel
Aération du site
Mixité urbaine
Dialogue entre le patrimoine ancien et l’architecture contemporaine